22-02-2024

Met meer dan 250 hightechbedrijven heeft de High Tech Campus in Eindhoven een uitdagende IT-infrastructuur. Het netwerk en de tools worden geactualiseerd, maar hoe pak je dat aan in een omgeving die zo afhankelijk van de infrastructuur? ‘We gaan een nieuw schip bouwen, maar wel op volle zee.’

De campus is de slimste vierkante kilometer van Europa. Het is een ecosysteem van 256 hightechbedrijven waar meer dan 12.000 ontwikkelaars, engineers en researchers werken om de technologie en de bedrijven van morgen te ontwikkelen. Een klein team zorgt voor het beheer van de infrastructuur van de campus, met bijna 600 switches, routers, firewalls en een wireless omgeving met 1200 accesspoints. Het netwerk verwerkt aanvragen van klanten, bouwt nieuwe omgevingen en zorgt dat klantomgevingen van elkaar worden gescheiden. 

Wil je zo'n uitdagende infrastructuur met slechts een paar man beheren, dan is standaardisatie en automatisering onvermijdelijk. Met die automatisering is dertig jaar geleden al begonnen.

Indrukwekkende automatisering

‘Die automatisering was destijds zeker indrukwekkend,’ vertelt Nivo-consultant Tijn. Hij is onderdeel van het kleine team dat de automatisering van het beheer moet vernieuwen  ‘Iedere kabel die hier op het netwerk ligt - het zijn er duizenden - is geadministreerd. Als het netwerk stuk zou gaan, kunnen we de database raadplegen en de kabels opnieuw leggen.’ In dertig jaar tijd is de campus uitgegroeid van een relatief kleine organisatie met alleen Philips als klant, tot een enorme campus met tal van grote en kleine bedrijven. Al die tijd is voortgeborduurd op de bestaande manier van automatiseren van het netwerkbeheer, wat nu de nodige uitdagingen met zich meebrengt.

Gescheiden netwerkjes

Uiteindelijk is het doel om het gehele netwerk efficiënter maken. ‘De accesspoints van de hele campus zitten bijvoorbeeld in het beheernetwerk. Als iets niet helemaal goed gaat in gebouw 1, kunnen de mensen in gebouw 27 daar last van hebben. Dat wil je helemaal gescheiden hebben: elk gebouw moet zijn eigen netwerkje hebben dat volledig onafhankelijk is van de andere netwerken. Tegelijk wil je het geheel op een flexibele manier kunnen beheren.’
Eenvoudige webinterface
Sinds een aantal jaren zijn er goede tools waarmee de configuratie en het beheer van complexe netwerken volledig te automatiseren zijn. ‘Je kunt dan aangeven: ik wil dat op dit eindapparaat dit netwerk actief is op die poort. Alle apparaten die ertussen zitten, worden dan automatisch opnieuw geconfigureerd.’ Uiteindelijk moet het aanmaken van een netwerk voor iedere bevoegde gebruiker via een webinterface te doen zijn. ‘De automatisering gaat dan het netwerknummer bedenken, de IP-range bepalen, op welke switch het moet komen, de wifi-configuratie... Ieder bedrijf moet zijn eigen deel van het netwerk eenvoudig kunnen beheren. De huidige tooling biedt die flexibiliteit niet.’

Op volle zee

Uiteindelijk moet het hele campusnetwerk opnieuw worden ontworpen om het efficiënter te maken.  ‘We hebben daar wel ideeën over, maar dat wordt een radicale aanpassing, waar we naar verwachting minstens twee jaar mee bezig zijn. We hopen daar volgend jaar mee te kunnen beginnen. Een complex campusnetwerk vernieuwen, dat moet met beleid.' Eerst wordt de huidige tooling vervangen, waarbij ook de oude tooling nog moet worden onderhouden. ‘Terwijl we bezig zijn met de implementatie van nieuwe programma's, moeten we met ons kleine team zorgen dat het netwerk blijft draaien. We kunnen niet twee jaar lang stoppen met beheren.’ En het enorme netwerk in één keer overzetten, is onmogelijk. Dat moet met iteraties gebeuren. Daarom wordt de  nieuwe tooling aan de oude geknoopt, waarbij ze op termijn steeds minder oude stukjes overhouden. ‘Ondertussen moet het wel blijven werken. We gaan een nieuw schip bouwen, maar wel op volle zee. We zitten nu nog volledig op het oude schip en zijn serieus aan het nadenken hoe we het nieuwe schip, ofwel het nieuwe netwerk vorm gaan geven. Het vervangen van de tooling is daarbij de eerste stap en daar zijn we nu volop mee bezig. Alleen dat al is een uitdagende klus, maar niets doen is geen optie.’